5 september 2017

Vernieuwde Ladder biedt meer duidelijkheid

De Ladder voor duurzame verstedelijking, kortweg de Ladder, uit 2012, was aan een herziening toe. De Ladder moest eenvoudiger, duidelijker en beter aansluiten bij de praktijk. Inmiddels is de Ladder aangepast en op 1 juli 2017 in werking getreden.

Het doel van de nieuwe Ladder blijft hetzelfde: duurzaam gebruik van de ruimte bevorderen. Mireille Groet van I&M zegt hierover: ‘Door ruimte in bestaand stedelijk gebied zorgvuldig te benutten, kun je onnodig bouwen in de wei voorkomen. Tot op zekere hoogte wordt zo ook onnodige leegstand tegen gegaan. Het huidige overschot aan vastgoedmeters, zo’n 75 miljoen vierkante meter kantoren, winkels, agrarisch en maatschappelijk vastgoed, is al omvangrijk genoeg en brengt de nodige negatieve gevolgen voor de leefbaarheid van onze leefomgeving met zich mee.’ De Ladder is een handig hulpmiddel dat gemeenten dwingt om bewust na te denken over de noodzaak om een nieuwe stedelijke ontwikkeling toe te staan en duidelijke keuzes te maken. De Ladder schrijft niets voor, maar verplicht gemeenten wel tot een deugdelijke motivering van de keuze. Daarbij wordt ook gekeken naar de behoefte aan de betreffende ontwikkeling. Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2016 blijkt dat de Ladder bij 70% van de gemeenten vast onderdeel is geworden van het besluitvormingsproces. ‘De Ladder stimuleert de discussie over wat een goede ruimtelijke ordening is’, aldus Groet. ‘

Behoefte
In de praktijk bleek de Ladder tot onduidelijkheden te leiden, dus was een herziening wenselijk. De nieuwe Ladder sluit beter aan bij de praktijk, doordat deze samen met gemeenten, provincies en marktpartijen is opgesteld. De Ladder is eenvoudiger en leidt mogelijk tot minder bezwaar- en beroepsprocedures, hoopt Groet. Nieuw is dat alleen bij het bouwen buiten het stedelijk gebied een uitgebreide motivering nodig is. Ook kunnen gemeenten de Laddertoets doorschuiven naar een later moment, wanneer ze gebruik maken van uitwerkings- of wijzigingsplannen. Wijzigt er voor de retail iets, met deze nieuwe ladder? Groet: ‘Nee, er is vooral duidelijker omschreven waar een motivering uit moet bestaan. Gemeenten die binnen of buiten stedelijk gebied een nieuwe functie, zoals retail, mogelijk willen maken, moeten onderbouwen dat daar daadwerkelijk behoefte aan is. Gaat het om ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied, het “bouwen in de wei”, dan moeten gemeenten vervolgens ook aangeven waarom de ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied te realiseren is, bijvoorbeeld via transformatie of herstructurering. ’

Regionale afstemming
Groet wijst erop dat in de nieuwe Ladder de regio niet meer expliciet wordt genoemd. Maar dat betekent niet dat samenwerking en afstemming met omliggende gemeenten niet meer belangrijk gevonden wordt. ‘Integendeel, stelt Groet. ‘Regionale afstemming is een pré, maar niet gebonden aan de bestuurlijke regio’s. De verzorgingsregio van een functie zoals retail valt immers meestal niet samen met de bestuurlijke regio. Het betekent wél dat het primair aan gemeenten is te bepalen hoe uitgebreid het overleg moet zijn. Daarbij is het dus handig te kijken naar het totale verzorgingsgebied van de betreffende stedelijke plannen. Ook de provincies kunnen hierbij een verbindende en actieve rol spelen. Steeds meer gemeenten ontdekken dat het nodig is om een actuele visie te hebben op de ontwikkeling van een gebied, waarbij ook de regionale context wordt meegenomen, en waarbij bewust keuzes worden gemaakt. In tijden van groei, maar nu vooral ook in tijden van stagnatie en krimp’.

Meer info
Voor de toepassing van de nieuwe Ladder is een compleet vernieuwde handreiking gepubliceerd met juridische Q & A, veel praktijkvoorbeelden en jurisprudentie. Daarnaast is er nu ook een helpdesk.

Meld je hier aan voor de nieuwsbrief van de Retailagenda

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.