Vertragen is het nieuwe versnellen

Waarom kleine gemeenten de toekomst schrijven

Vertragen is het nieuwe versnellen

Waarom kleine gemeenten de toekomst schrijven

In een tijd waarin alles groter en sneller moet, komt planoloog Zef Hemel met een radicaal ander geluid. Volgens hem zijn kleine gemeenten geen verliezers, maar juist voorlopers in gebieds­ontwikkeling. Zijn boodschap is helder: “Vertraag. Open je ogen. Kijk naar wat er al is.”

Sinds vijf jaar geeft Hemel college aan de Rijksuniversiteit Groningen en is hoogleraar Ruimtelijke Revitalisatie van Stad en Land aan de TU Delft. En dat niet alleen. Regelmatig trekt hij Noord-Nederland in – als wandelaar, luisteraar en verhalen­verzamelaar. Geen taaie rapporten of abstracte modellen, maar gesprekken met boeren, dorps­bewoners en kunstenaars. Vanuit die ongebruikelijke insteek verbindt hij het verleden en de toekomst van landelijke gebieden met elkaar. Zo komen geschiedenis, lokale cultuur en ontwerp­kracht samen in een nieuw verhaal over hoe de ruimtelijke ontwikkeling van kernen anders kan.

De omgekeerde agenda

Meer woningen, meer infrastructuur: het lijkt zo vanzelfsprekend voor de ontwikkeling van gemeenten. Maar Hemel maakt in zijn filosofie korte metten met dit dominante groeidenken. In plaats van Noord-Nederland om te vormen naar het beeld van de Randstad pleit hij voor een omgekeerde agenda. In die agenda staat niet groei centraal, maar investeren in kwaliteit van leven, zingeving en duurzaamheid. En dat is bij uitstek waar kleine gemeenten een belangrijke rol kunnen spelen.

De kracht van samen

Hemel: “In Friesland hebben ze een heel mooi woord: mienskip. Dat gaat om onderlinge verbondenheid, dat je het samen doet. Maar die verbondenheid gaat snel verloren in de individualistische wereld waarin we leven. Mensen hebben tegen­woordig tenminste één auto voor de deur staan. Wonen en werken worden steeds verder uit elkaar geslagen Ze rijden allemaal met de auto naar super­markten buiten het dorp en hebben geen tijd meer voor elkaar. Daarom is het tijd voor een omgekeerde beweging: vertragen en weer omkijken naar elkaar.”

Bloeizones

Als voorbeeld van zo’n omgekeerde beweging noemt Hemel de ‘bloeizones’ in Friesland. Deze bloeizones zijn gebaseerd op het idee van de ‘Blue Zones’: plekken in de wereld waar mensen veel gezonder, ouder en vitaler blijken te zijn. “In plaats van méér en sneller, kiezen steeds meer dorpen in Noord-Nederland voor een focus op gezond oud worden en gemeenschapszin. Het streven is er: alleen al in Friesland zijn er inmiddels achttien bloeizones die deze gezonde manier van leven nastreven.”

Hemel vindt deze bloeizones buiten­gewoon interessant. “Het is een heel sterke beweging vanuit de dorpen zelf; de beweging komt echt van onderop. En dat maakt de kleine gemeenten juist tot de voorlopers als het gaat om een gezonde toekomst. We krijgen in Nederland steeds meer te maken met vergrijzing, en we willen wel dat mensen gezonder oud worden. De sleutel daarvoor ligt in de kleine gemeenten, niet in de grote stad!”

De huisarts van Bakkeveen

Het principe van gemeenschapszin is goed terug te zien in het Friese Bakkeveen, meent Hemel: “Vanuit haar bredere kijk op gezondheid is daar een huisarts in het weekend een gezondheids­markt begonnen. Die markt werd dé plek om het gesprek met bewoners aan te gaan: ‘Hoe leven we eigenlijk? En wat hebben we nodig als we een dagje ouder worden?’ Op basis van die gesprekken heeft deze huisarts een groep vrijwilligers om zich heen verzameld die samen aan heel andere agenda's werken: gezondheid, voedsel en vergroening. Dat is vervolgens opgepakt door de provincie en gezondheids­organisaties, waardoor er nu veel meer aandacht is voor preventie.” ▼

Elke keer als je jezelf betrapt op het denken in groei, is het de kunst om dat los te laten. Vertraag. Verlaat het stadhuis en trek de dorpen in.”

Zef Hemel

Planoloog

Fotograaf: Jan-Kees Steenman

Aandacht voor herstel

Een kernbegrip in Hemel's visie is herstel. Zeker op het platteland zijn heel veel dingen stukgemaakt die hersteld moeten worden om gezond te kunnen leven, vindt Hemel. “Kijk alleen maar naar de winkel­gebieden. Mensen vanuit het Noorden gaan naar de stad Groningen om te winkelen. Buiten de stad zie je daardoor steeds meer leegstand en verschraling. Terwijl juist de dorpswinkels vaak veel meer zijn dan een plek om boodschappen te doen. Het zijn plaatsen voor ontmoeting, hulp en soms zelfs zorg. Daarom is het belangrijk om deze functies te herstellen.”

Leren van het verleden

Volgens Hemel is de noodzaak van herstel te vergelijken met de natuur­beweging in de jaren negentig: “Mensen werden gealarmeerd door hoe slecht het ging met de natuur, het verlies aan biodiversiteit. Vanuit de natuurbeweging is toen met een enorme, steeds toenemende kracht gewerkt aan herstel. Diezelfde ontwikkeling zie ik nu ook bij de bloeizones. Daar zijn het de huisartsen die alarm slaan omdat ze zien hoe slecht mensen er eigenlijk aan toe zijn.”

Burgerinitiatieven voorop

"Er zijn in het Noorden veel mooie burgerinitiatieven,” vertelt Hemel. “Zoals in Loppersum, waar de inwoners zelf de winkel ‘Steun je medemens’ zijn begonnen voor de allerarmsten: de mensen die het zwaarst zijn getroffen door de aardbevingen.” Zulke initiatieven wijzen volgens hem de weg naar een omgekeerde agenda. “Vanuit het traditionele groeidenken lijken dit soort initiatieven niet zo belangrijk. Maar wie durft om te denken, ziet juist het tegen­overgestelde: dit is waar duurzaamheid, gemeenschaps­vorming en sociale samenhang begint.” Precies daarom is ondersteuning vanuit de gemeente zo belangrijk, “omdat dit soort initiatieven raken aan waarden die je niet van bovenaf kunt voorschrijven,” meent hij

Lef tonen

Burgerinitiatieven krijgen meestal te weinig steun vanuit gemeenten, vindt hij. “Terwijl dat in mijn ogen wel zou moeten. Gemeenten moeten dit soort bewegingen niet in de weg staan, maar er juist in investeren.” Daarom roept Hemel bestuurders en beleidsmakers op om lef te tonen. Om niet langer blind traditionele groeimodellen te volgen, maar eigen keuzes te maken die passen bij het karakter en de potentie van hun gebied en kernen. “Elke keer als je jezelf betrapt op het denken in groei, is het de kunst om dat los te laten. Vertraag. Verlaat het stadhuis en trek de dorpen in. Zie wat er gebeurt en ga het gesprek aan. Zelf loop ik graag van dorp naar dorp, terwijl ik lange gesprekken voer met inwoners. Zo letterlijk hoef je het natuurlijk niet te nemen, maar als je goed om je heen kijkt, ontdek je wat er allemaal al gaande is.”

Stop met groei

Hemel herinnert zich hoe tijdens de financiële crisis het woord ‘krimp’ werd geïntroduceerd. En vervolgens weer geschrapt, omdat het niemand motiveerde. “Het werkte niet. Iedereen haakte af. Terecht. Maar nu zou ik zeggen: doe hetzelfde met het woord ‘groei’. Haal het uit je beleidsteksten en uit je denken. Beleids­makers menen vaak dat ze nieuwe dingen moeten verzinnen, terwijl het al gebeurt. Alles is al in beweging. Je hoeft alleen maar beter te kijken.”

Impulsaanpak winkelgebieden

Inhoudsopgave

Impulsaanpak winkelgebieden

Inhoudsopgave