René Vierkant is Director Retail Investments bij Syntrus Achmea Real Estate & Finance. Hij is één van de vertegenwoordigers van de vastgoedsector bij het opstellen van de convenanten ten aanzien van de huurmarkt. Ze worden naar verwachting na de zomer officieel getekend.
‘Voor mij is een van de belangrijkste aspecten van de Retailagenda dat we vastgoed en retail gaan aanpassen aan de situatie van vandaag en morgen. De tijd dat je op dezelfde manier door blijft gaan is voorbij, je moet een keuze maken voor sterke winkelgebieden en gebieden ‘opruimen’ waarvan je weet dat ze niet meer gaan werken. Dat noemen we georganiseerde krimp. Mensen hebben daar vaak een verkeerd beeld bij, ze denken dat het enkel gaat om het verminderen van winkeloppervlakte, maar doel is juist om daarnaast ruimte te creëren voor andere functies en nieuwe initiatieven. Daar slaag je alleen in door samen te werken, dat is dan ook de essentie van de Retailagenda.
Dat klinkt misschien niet spectaculair, maar het is wel heel noodzakelijk. Het is voor alle betrokken partijen een nieuwe situatie. In de retailsector was men niet zo gewend om samen te werken, van oudsher is het daar toch een beetje ieder voor zich. Daarnaast hebben retail en vastgoed altijd min of meer een haat-liefdeverhouding gehad. De gemeenten en andere overheden waren sowieso niet zo actief bezig met retail. Inmiddels beseft de overheid dat ze wel degelijk een belangrijke rol in dit geheel heeft en dat ze samen met de lokale stakeholders bepaalt hoe toekomstige winkelgebieden er uit moeten komen te zien.
Convenant
Het is vooral de crisis die alle partijen in elkaars armen heeft gedreven. Never waste a good crisis, luidt het gezegde niet voor niets. Door de crisis hoorde je bij retailers de roep om meer flexibiliteit en andere huurvoorwaarden, lees: een lagere huur. Daar waren de vastgoedeigenaren uiteraard niet heel enthousiast over, maar ook bij deze groep is de behoefte ontstaan aan verandering van de huidige verhoudingen in de huurmarkt van winkelpanden. Na ruim een jaar praten is het nu bijna zover dat het convenant ten aanzien van de huurmarkt kan worden getekend. Voor vastgoedeigenaren wordt het zo beter te voorspellen wat ze kunnen realiseren in hun winkelcentra. Bijvoorbeeld als ze een winkelcentrum willen renoveren, dan willen ze deze aanpassen aan de behoefte van de consument. Dat kan het wenselijk zijn om winkelformules te verplaatsen. Met de nieuwe afspraken wordt duidelijker wat er wel en niet kan.
Er werd altijd een bijzonder systeem van huurprijsvaststelling gehanteerd, daar zijn nu andere afspraken over gemaakt. Voor vastgoedeigenaren wordt het zo duidelijker met welke opbrengsten ze kunnen rekenen en of het dan ook de moeite waard is om een investering in verbetering van een winkelgebied te doen. Dat is uiteindelijk het doel van het convenant: door investering en vernieuwing kan er meer omzet worden gerealiseerd, dat komt de retailer ook weer ten goede.
Door samen te werken is er nu een mooie match tussen retail en vastgoed ontstaan. Beide partijen hebben duidelijk besef dat ze het niet alleen kunnen. Je hebt elkaar nodig om het totale winkelgebied beter maken.’