30 juli 2020

“Als straks de huurcontracten opgezegd worden, is er pas echt een groot probleem”

Het grootwinkelbedrijf is verreweg het meest pessimistisch van alle stakeholders die meededen aan de impactanalyse over het effect van het corononacrisis op de retail. Zij verwachten dat 20 tot 40% van de non-food winkels zal verdwijnen. Michiel Witteveen (CEO Mirage Retail Group/Blokker) en Krein Bons (CEO VanHaren) waren op 21 juli te gast tijdens het webinar gericht op het GWB om te reageren op de resultaten van het onderzoek.

De online omzet is in de eerste periode van de coronacrisis door het dak gegaan, blijkt uit de respons van grootwinkelbedrijven. Dat lijkt positief, maar Michiel Witteveen (Blokker) is er niet per se blij mee: “Het zorgt voor extra kosten, en veel minder marge. Het is voor Blokker geen winstgevend businessmodel. Voor ons is online alleen interessant als het voor traffic naar de winkel zorgt.
Ook VanHaren ervaart nadelen. Krein Bons: “De bezorging liep mede vanwege corona niet altijd goed, we hebben de klantenservice moeten verdubbelen en met retourneren houd je niets meer over.”

Als het om online kopen gaat hebben consumenten juist de smaak te pakken. 16% van de consumenten gaf voor corona de voorkeur aan online kopen, dat percentage is in korte tijd gestegen naar 35%. Het is de vraag hoeveel dit percentage na corona zal dalen. Witteveen constateert dat de consument vreselijk verwend is met het gratis verzenden. De consument kijkt naar de prijs en gaat voor gemak. Ondertussen komt de duurzaamheid onder druk te staan door het transport van de bezorgdiensten. Bons en Witteveen zien het als een probleem dat moeilijk op te lossen is. Regelgeving over verzendkosten keuren ze beide resoluut af.

Minder traffic

Terwijl online sterk steeg, hadden de retailketens in non-food in de periode maart tot begin juni te maken met een trafficdaling in de winkelstraten van 35% tot soms wel 80%. Daarbij zijn er grote verschillen te zien per branche, per week, maar ook per type winkelgebied. Inmiddels neemt de drukte in de winkelstraten weer toe. Hoewel het druk lijkt, ligt het bezoek in de grote steden op nog maar 60% van voor de crisis.

Het advies is nog altijd om drukte te mijden. Daarom is het belangrijk om consumenten zoveel mogelijk gespreid naar winkelgebieden te laten komen. De traditionele koopavonden dragen hier niet aan bij. Of zoals tijdens het webinar wordt gezegd: de koopavond is dood. Een optie om bezoek te spreiden is om de openingstijden in de avonden te verruimen met één of twee uur. Consumenten geven aan daar gebruik van te willen maken. Bons staat daar positief tegenover, maar moet dan wel iedereen meedoen, is zijn voorwaarde.

Locatieverschuiving

Van alle ondervraagde stakeholdergroepen is het grootwinkelbedrijf verreweg het meest pessimistisch over de toekomst van de retail; 20 tot 40% van de winkels verdwijnt, zo wordt verwacht. Frank Quix voegt hieraan toe dat vooral de fashion en schoenen het zwaar hebben. Uit de impactanalyse blijkt dat het percentage fashion- en schoenenwinkels dat uit het straatbeeld verdwijnt zelfs wel eens 50% zou kunnen zijn. En dat terwijl deze twee segmenten goed zijn voor de 60% van het aanbod in winkelgebieden. Dat betekent een enorme kaalslag.

Bons zegt over het verdwijnen van winkels: “Het heeft geen zin om je hier tegen te verzetten, je zult hier mee om moeten zien te gaan. Voor retail was de toekomst altijd gericht op de top 13 grote steden, maar juist daar gaan nu de klappen vallen. VanHaren kijkt nu dan ook naar andere locaties.” Ook Blokker richt zich niet meer op de grote binnenstad. “Wij zijn ons al uit het terugtrekken uit de A-locaties, we doen het beter in de wijkwinkelcentra”, aldus Witteveen.

GWB bundelt krachten

Het GWB maakt zich grote zorgen over de retail en binnensteden, daarom hebben veertig grootwinkelbedrijven zich begin dit jaar verenigd om in gesprek te gaan met gemeenten. Deze samenwerking is een absoluut unicum waarmee de urgentie van de leegstandsproblematiek nog eens extra wordt benadrukt. Bons: “Het GWB voert gesprekken met dertien grote steden. Iedereen moet heel hard gaan samenwerken: retailers, cultuur, horeca, centrummanagers, gemeenten”. Bons doet een nadrukkelijke oproep aan vastgoedpartijen: “Ook beleggers moeten hierbij aanwezig zijn. Gemeenten willen dit graag. Zij zitten te springen om ideeën en om gezamenlijk aan oplossingen te werken.” Dat geldt ook voor kleinere gemeenten, waar een enorme krimpopgave ligt. Witteveen wijst erop dat de situatie niet voor elke belegger hetzelfde is. “Voor de kleinere beleggers is het nu vaak een kwestie van overleven. Die moeten rondkomen van de huuropbrengsten, of wat daar nu van over blijft. Zij hebben verplichtingen aan de bank waar ze aan moeten voldoen. Lukt dat niet dan zitten ze in de problemen”

Omzethuur is bespreekbaar

Grote retailers verwachten dat een huurdaling van 30% tot 40% noodzakelijk is in de grote steden om winstgevend te blijven. Vastgoed verwacht gemiddeld een daling van 15%. Witteveen reageert: “Vastgoedeigenaren kunnen hun ogen niet sluiten voor het feit dat er minder passanten zijn. Mijn standpunt is helder: minder passanten, minder traffic, minder omzet. Ik maak me met deze uitspraak niet geliefd, maar dan is het logisch dat huren omlaag moeten.” Bons pleit voor meer transparantie: “Men realiseert zich vaak niet dat zeker in fashion en schoenen de marges heel dun zijn. Met 30% minder traffic red je het gewoon niet. Het zou goed zijn richting verhuurders helder te zijn over de opbrengsten. Men denkt dat het niet op kan, dat is echter niet zo. En als straks de huurcontracten opgezegd worden dan hebben vastgoedpartijen pas echt een groot probleem.”

Uit het onderzoek blijkt dat een fors deel van de grote retailers positief staat tegenover omzethuur of gedeeltelijke omzethuur. Zo ook Witteveen en Bons. Witteveen doet een handreiking naar vastgoedeigenaren. Hij staat ervoor open dat huren op de betere plekken omhoog gaan, zodat de huren op minder goede plekken omlaag kunnen. Bons: “Laten we met de omzetcijfers erbij met vastgoed praten over de feiten. Er zijn 30% minder bezoekers, hoe kunnen we dat samen oplossen?” Op de vraag of hij niet hoopt dat dit binnenkort weer aantrekt antwoord Bons veelzeggend met de woorden dat in zijn ogen hoop gelijk staat aan uitgestelde teleurstelling.

Gezamenlijk overleg

Uit het onderzoek en de discussie tijdens het webinar blijkt wel dat het urgenter is dan ooit dat partijen met elkaar in gesprek gaan. Alleen dan kunnen de problemen waar de retail en de binnensteden voor staan worden opgelost. Die handschoen pakt de Retailagenda graag op. Na de zomer zal werk worden gemaakt van het initiëren en faciliteren van dit gezamenlijk overleg. Wordt vervolgd!
Download hier de rapportage

Bekijk het het webinar, focus grootwinkelbedrijf

Lees ook:

Het onderzoek is uitgevoerd door Onderzoeks- en adviesbureau Q&A in opdracht van de Retailagenda, i.s.m. INretail en NRW.

Meld je hier aan voor de nieuwsbrief van de Retailagenda

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.